Uit de maandelijkse blog van Fons Leroy
Het arbeidsrecht is een oud instituut dat de dans van de modernisering is ontsprongen. In deze vijfde post-corona-column ga ik na wat een activerend arbeidsrecht kan inhouden
fonsleroy.be/blog/blogs-202…
5 pic.twitter.com/BncBCLoDnC
16/04/2020 17:35

Op een rijtje vrijelijk geïnterpreteerd , de stellingen en voorstellen van Fons en een korte reactie . Hier het derde stuk ( de vorige verschenen op 20 en  22 april)

3  minder verschillende arbeidsrechtelijke statuten
Fons Leroy stelt dat de statuten veel te complex zijn en moeten vereenvoudigd worden . Oorzaak ondermeer de paritaire comites en de structuren die daar achter zitten ( werknemers- en werkgeversorganisaties ) Hij stelt voor naar 3 statuten ( rijbanen) te gaan namelijk werknemer, zelfstandige of uitzendkracht (ambtenarenstatuut vervalt dus) . En geen halfslachtige tussentoestanden meer . Wel gemeenschappelijke kenmerken voor alle statuten . Zoals in de Nederlandse Commissie Borstlap-voorstellen zou meer aandacht moeten gaan naar interne flexibiliteit ( binnen het statuut van werknemer ) en minder naar externe . Zo zou uitzendarbeid beperkt worden tot tijdelijke opdrachten ( piek , ziek , uniek)

Statuten : dat er te veel zijn , dat ze te complex zijn en dat een vereenvoudiging zicht opdringt zal wellicht iedereen beamen . Dit is al meerdere keren op allerlei manieren aangekaart ( cfr bvb onze blog ‘ Statuten – Duw een beetje , er kan nog eentje bij ‘van 9 mei 2019). Het waarom verklaren is niet zo moeilijk . Het groot aantal verschillende statuten zowel op arbeidsrechtelijk als op sociale zekerheidsvlak danken we aan een veelheid van historische (groot)vaders en (groot)moeders . Om te beginnen de federale en later ook de regionale beleidsmakers . Daarnaast de geciteerde sociale partners in de paritaire comites . En tenslotte de maatschappelijke evoluties die leiden tot nieuwe constructies zoals deze die we hebben zien opduiken in het kader van de deel- en platformeconomie . Waar consumenten en globale producenten de trend zetten en tussen-statuten creëren.
Het creëren van een specifiek statuut berust altijd op motieven waarvoor op een bepaald ogenblik begrip kan worden opgebracht . Maar het behoud er van wordt nooit getoetst aan de tand des tijds of van de veranderende omgeving . En eentje afschaffen gebeurt normaal niet , het is altijd een bijkomende mogelijkheid . Tenzij het Grondwettelijk Hof wordt aangesproken door een partij die zich benadeeld voelt , zoals bij de klusjes-wet , waar het de tegenstanders ,door het amateuristisch design ,wel heel gemakkelijk werd gemaakt .
Dat je in die veelheid naar een opkuis zou moeten gaan is dus een evidentie . Maar moet je een einddoel stellen en welk ? En daarenboven en misschien vooral : hoe moet je het aanpakken ?
Een einddoel van drie ? Waarom niet naar één enkel basisstatuut van de werkende . Met een basis-sociale zekerheid en een basis ‘arbeidsrechtelijke bescherming’ voor iedereen ? Gebaseerd op solidariteitsprincipes eerder dan verzekeringsprincipes . Met aanvullingen voor verschillende categorieën , die dan meer zouden gebaseerd zijn op verzekeringsprincipes dan op solidariteitsprincipes . Wat de corona-crisis heeft geleerd is in elk geval dat de gevoeligheden bij tijdelijke inactiviteit zowel bij werknemers als bij zelfstandigen gelijkaardig zijn , of de oplossing nu tijdelijke werkloosheid of onderbrekingsvergoeding wordt genoemd .
En hoe aanpakken ? Misschien wel de moeilijkste vraag , want niet in principes te vatten maar in concrete methodologie . Wat vandaag bestaat als afwijkend stelsel van ‘ de standaard’ zou moeten getoetst worden op relevantie . Zijn die afwijkingen vandaag nog een gepast antwoord op een specifieke problematiek , en in welke mate worden ze nog frequent toegepast of enkel marginaal. Zijn ze misschien vervangen door een ander afwijkend stelsel of voorbijgestreefd omdat de praktijk waarop ze zijn gebaseerd is veralgemeend ?
Als algemene richtlijn voor het bestaan en behoud van afwijkingen zou als dubbele voorwaarde kunnen voorgesteld worden dat ze per definitie enkel tijdelijk kunnen zijn en dat ze moeten gepaard gaan met responsabilisering van de betrokken partijen , vastgelegd in een tripartite dialoog .

Laten we met concrete voorbeelden beginnen
28 april

Tweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on FacebookShare on Google+