Onze sociale zekerheid is een mooi proefterrein voor metaforen . Een metafoor kan helpen om wat te abstract is te verduidelijken . Om complexe begrippen te vereenvoudigen – met alle risico’s vandien . Om naar iets te kijken op een andere manier dan wat we als voor de handliggend beschouwen. Wat tenslotte zelfs kan leiden tot de kiemen van een nieuw model en zo tot een echte metamorphose. Daarom deze korte en pretentieloze oefening  .
Een klassieke en veel gebruikte metafoor is die van de sociale zekerheid als kathedraal . Die kan soms zelfs komen uit een hoek waaruit je referenties naar dit religieus erfgoed niet zou verwachten
Robert Verteneuil dans Le Soir 26 9 2019 à propos de la Sécurité Sociale
« On ne va pas laisser détruire cette cathédrale de la protection sociale. Elle a été érigée parce que les travailleurs ont accepté de laisser une part de leur salaire dans une caisse de solidarité. Elle leur appartient.»
Kathedralen zijn nu echter tot toeristisch trekpleister verworden , en sinds Notre Dame weten we dat kathedralen niet onverwoestbaar zijn .
Anderen zien onze sociale zekerheid meer eigentijds als een deel van onze sport- en vrije tijdsuitsrusting . Zo wordt ze soms beschreven als hangmat, als vangnet , als trampoline of als springplank . De hangmat- vangnet metafoor bestaat al ruime tijd , zeker al sinds vorige eeuw en is nog steeds een succesformule . Want ze is makkelijk te begrijpen en dus redelijk universeel . Voor het ene -hangmat- kies je en het andere – vangnet- beschermt je in geval van ongeluk . Door die eenvoud is die metafoor succesvol bij populisten . De trampoline daarentegen, is recenter , meer 21ste eeuws , net als de springplank . Ze pikt in op het idee van de veerkracht en van een activerende sociale bescherming . Maar ,de wetten van de zwaartekracht indachtig, zijn trampoline en springplank enkel een middel om heel tijdelijk op hoger niveau te belanden .
Het meest verwant voel ik me met de metaforen die de Sociale Zekerheid situeren in de culinaire sfeer . Wat aansluit bij onze Boergondische natuur . En bij de uitdrukkingen die Manou Doutrepont en ik ,enkele jaren terug, bundelden in een lexicon over de woordenschat uit de grote keuken van het sociaal overleg .
Voor de sociale zekerheid kan je verwijzen naar het cappucino-model , naar het donutmodel , naar het frietmodel of nog naar het pizza-model .
Vandaag kunnen we stellen dat we als echte Belgen een frietmodel kennen . Met een kleine , normale en grote friet als equivalent voor de statuten van zelfstandigen , werknemers en ambtenaren . En on top of dat mag er ‘iets’ bij zijn , een toeslag in de vorm van talloze verschillende sausen of nog wat ander vettigs.
Niet zolang geleden heeft Minister Maggie De Block het cappucino-model voorgesteld . Eén statuut voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren . Ben niet zeker of ik het helemaal heb begrepen . Noch de journalist die het verhaal heeft gebracht . Het koffiekopje zou de basisverzekering zijn voor iedereen , de koffie is dan voor de werknemers , het extra-wettelijk pensioen is het schuim voor werknemers , en de individuele verzekering het cacaopoeder .
Minister van werk Kris Peeters heeft het dan weer over een donutmodel gehad. Het gat in de donut staat voor de niet beschermden , de informele economie . Daarrond zit dan de gereguleerde economie , met verschillende schakeringen tot aan het knapperige broze randje . Wellicht zitten de ambtenaren op het randje .
Die voorbeelden werken inspirerend . Waarom niet nadenken over een wrap-model , waar van alles inzit , maar wat een koud model is . Of over een pitamodel , dat dan nogal eenzijdig en weinig divers is . Heel divers zou dan weer een taco-model zijn , dat een mengelmoes toelaat van van alles , maar totaal niet transparant kan zijn . Tenzij je natuurlijk zelf de ingredienten van de taco kiest of zelfs eigenhandig uitsmeert . Voor zover je dan bij pensionering nog weet wat je er aanvankelijk hebt ingestoken .
Persoonlijk hebben ik het in het verleden al meerder malen gehad over het pizza-model waarbij de pizza-bodem en de basis tomatensaus voor iedereen gelijk is maar elke betrokkene zijn beleg zelf mag bepalen . Dit was trouwens geinspireerd op een reflexie bij vakbond ACV Metea .
Wat opvalt in al deze culinaire modellen is wel dat er naast een soliede quasi uniforme basis of bodemlaag , meerdere bijkomende lagen , vullingen of aanvullingen mogelijk zijn . Al deze modellen komen dus neer op een metamorfose van fundamenteel verschillende stelsels naar een eenheidsstelsel , met mogelijke aanvullingen .Meteen ook een opsteker voor beleidsmakers die graag kwistig nieuwe statuten bedenken , en die hun creativiteit in die aanvullingen kwijt kunnen . Een caveat echter . De meeste metaforen komen uit de fast- food wereld . Een wereld waar je niet echt weet wat je eet . Wel dat er een grote ondernemingsdynamiek heerst . Marc Leemans had het recent over verdienmodellen , ipv ondernemingen . Zelfs al weet je niet echt wat je eet , weet je dan wel dat er mensen iets aan verdienen
6 januari 2020

 

 

 

Tweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on FacebookShare on Google+