Moet je op studiereis naar Zweden met de minister van Pensioenen om overtuigd te worden van de noodzaak langer te werken? Natuurlijk niet. Dat is immers evident als je weet dat de vergrijzingsgolf op ons afkomt en dat in ons land het aantal gewerkte jaren ten opzichte van het aantal levensjaren het laagste ligt in Europa. Maar hoe pak je dat langer werken aan? Daarvoor is het wel zinvol even het licht op te steken in een land waar de effectieve pensioenleeftijd rond de 65 ligt. Ter herinnering: bij ons bedraagt ze nog geen 60 jaar.De politieke besluiten laten we aan de minister. We geven wel graag onze eigen vaststellingen en indrukken weer. Misschien niet altijd ‘evidence based ‘, maar wel zeker voldoende stof tot verder debat.Laten we eerst kijken naar de reglementering in Zweden. De impact van de bestaande regels en de gevolgen van enkele hervormingen. Meest in het oog springend is de vrij fundamentele hervorming van de wettelijke pensioenen uit de jaren ‘90. Het pensioen wordt nu progressief volledig gekoppeld aan de prestaties en aan de levensverwachting. Die ingreep heeft vandaag echter nog niet zoveel impact, maar vergroot natuurlijk wel het bewustzijn dat door langer te werken meer pensioenrechten worden opgebouwd. Belangrijker op korte termijn was wellicht het onmogelijk maken van vervroegde uittredingsstelsels, met uitzondering van deze voor invaliditeit. En de belastingshervorming die de keuze voor actief blijven of actief worden ondersteunt.
Daarnaast speelt ongetwijfeld het ontslagstelsel een rol, met het algemeen geldende FILO (first in last out)-principe, dat ouderen relatief beschermt tegen ontslag ten nadele van jongeren. En het mag gezegd, als we vragen stelden over loonstelsels en verwezen naar baremieke systemen in functie van leeftijd of ervaring, was het moeilijk uitleggen waarom je zo iets zou toepassen. Want dat wreekt zich natuurlijk op de tewerkstelling van ouderen. Een tweede vaststelling is van maatschappelijke aard. De sterk aanwezige gelijkheidsgedachte zowel in de M/V-taakverdeling als in de loonspreiding, de nadruk op een gezonde en sportieve levensstijl die de levensverwachting verhoogt, de positieve ingesteldheid t.o.v. werk als waarde. En bij de productieactiviteiten een vanzelfsprekende aandacht voor de ergonomie van alle arbeidsposten. Waarbij de vakbondsvertegenwoordiger zelf wijst op de steeds betere arbeidsvoorwaarden voor blue collars. Ook correcte regelmatige informatie over de pensioenrechten helpt. De Zweed ontvangt jaarlijks een ‘orange enveloppe’ met een overzicht van de in opbouw zijnde pensioenrechten. Hierover bestaat wel discussie. Volgens sommigen zou die immers te veel de nadruk leggen op de leeftijd van 65 jaar als normale pensioenleeftijd. Dit terwijl de wet nu de pensioenopbouw tot 67 toelaat en die leeftijd wellicht naar 69 zal worden opgetrokken in de toekomst. Wat een contrast met ons land waar een plaatselijke mutualiteit enige tijd terug nog de net 55-jarigen aanschreef om hen te wijzen op hun rechten op tijdskrediet en minder werken. De reglementaire en maatschappelijke aspecten zijn ongetwijfeld voer voor inspiratie voor het debat rond langer werken in ons land. Het idee om hierover een kenniscentrum op te richten is zeker te overwegen. Maar met in het achterhoofd toch altijd deze les, een constante tijdens onze vele contacten: telkens we een negatief antwoord kregen op de vraag over specifieke maatregelen voor oudere werknemers: ‘Treat older people like normal people’.
Geef een reactie